Vogel van de maand: de putter
De putter is een familielid van de eerder besproken vink. Hij wordt ook wel distelvink genoemd. Die naam hangt samen met zijn favoriete voedsel: distelzaden.
Aan de forse snavel van deze vogel is al te zien dat het een echte zaadeter is. Die zaden verzamelt de putter zowel op de bodem, als in hogere kruiden en boomkronen.
Het is een vogel die we vooral kunnen treffen in de binnenduinrand, waar hier en daar de zomerverblijven van rijke families staan. Sinds de vogelsoort tot de beschermde vogels is gaan behoren (voorheen werden ze vaak gevangen om te dienen als kooivogel), is de populatie steeds verder toegenomen.
In Nederland is de vogel een standvogel, maar in de herfst wordt onze populatie aangevuld met vogels uit Noordoost-Europa. Dan hebben we ook goede kans om putters in het Rembrandtpark te treffen. Ze foerageren graag in kleine groepjes van 10 tot 20 vogels. In het park richten ze zich vaak op elzen met hun elzenproppen. Zulke bomen staan rond de schooltuin en de kinderboerderij, en aan de zuidkant van het park bij het schildpaddeneiland.
De vogel doet eerder aan een tropische vogelsoort denken dan aan een Nederlandse, vanwege zijn kleurrijke verenpak. Afgezien van zijn snavel heeft hij een rood aangezicht, met witte wangen en een zwart petje en achterhoofd. De vleugels zijn zwart met gele velden en de rug is lichtbruin, evenals de borst. Ook de staart is zwart. De buik is licht crème.
Een leuke anekdote vertelt, dat deze vogel er bij de schepping als laatste bekaaid afkwam, toen God de vogels hun kleuren gaf. In alle potjes zat nog net een restantje en zo kreeg de putter zijn samenraapsel van kleuren.
De naam ontleent de putter aan de tijd dat hij vaak als kooivogel werd gehouden. De vogel werd geleerd om met een vingerhoedje aan een kettinkje zijn drinkwater te putten. Te zien op het schilderij ‘De Putter’ van de hand van Fabritius in het Mauritshuis.
Ook in Amsterdam vertoont de soort een langzame toename. Dat komt niet alleen doordat hij thans beschermd is, maar ook doordat men op een natuurvriendelijker manier onkruiden is gaan bestrijden en er nu ook in de stad meer voedsel voorhanden is. Dus op zeker moment zullen ze vast ook in het Rembrandtpark gaan broeden. Net als de vink maken ze hun nest graag in grotere bomen.
Teun van Dijk
Nieuwjaarsgroet Vrienden Rembrandtpark
Het bestuur van de Vereniging Vrienden van het Rembrandtpark wenst u een gelukkig en gezond 2022!
Vogel van de maand: de ijsvogel
De ijsvogel is een onregelmatige bezoeker van het Rembrandtpark. De meeste kans om er eentje bij één van de waterpartijen in het park te treffen is tussen augustus en maart. Dat is de periode dat jonge ijsvogels gaan rondzwerven, op zoek naar een eigen territorium.
Met zijn blauw/oranje uiterlijk is de ijsvogel een tropisch aandoende vogelsoort. Door zijn blauwe bovenzijde wordt hij in de volksmond ook wel ‘de blauwe schicht’ genoemd. IJsvogels vliegen namelijk in een rechte lijn pijlsnel op hun doel af.
Het vrouwtje is net zo mooi gekleurd als het mannetje. Het enige verschil tussen de beide geslachten is dat het vrouwtje een oranjekleurige ondersnavel heeft en het mannetje een geheel zwarte snavel.
IJsvogels broeden in steile wanden, daarin graven ze met hun snavel en poten een tunnel van zo’n 75 cm lang. Aan het einde van die tunnel komt een verbreding: de nestkamer.
Door die steile wand kunnen ratten en marterachtigen niet bij de nestgang komen en zit de broedende vogel met het broedsel veilig. Soms voldoen ook andere plekken aan de veiligheidseisen, en broeden ijsvogels graag in wortelkluiten van omgewaaide bomen die dicht bij een watergang liggen.
IJsvogels leven van kleine visjes. Vaak speuren ze vanaf een over het water hangende tak naar mogelijke prooien onder water. Die vangen ze dan in een razendsnelle duik met hun snavel. Die snavel is dan ook even groot als hun kop zelf.
Bij het horen van de naam ijsvogel denken veel mensen dat deze vogelsoort goed tegen ijs kan, maar nee, die naam is ontleend aan de blauwachtige kleur die ijs kan aannemen. IJs op het water is juist het schrikbeeld van elke ijsvogel; ze kunnen niet jagen. Veel vissen gaan dan namelijk dicht bij de bodem op grotere diepte rondzwemmen en worden onbereikbaar voor de ijsvogels. Zolang er wakken in het ijs zitten, maken de ijsvogels echter nog een goede kans. Dan kunnen vissen het onder water ook benauwd krijgen en zwemmen ze naar zo’n wak om lucht te kunnen happen.
Bij strenge winters, zoals in 2016, toen het een week flink vroor en er constant een harde wind stond, stierf in ons land bijna ¾ van de ijsvogelpopulatie. Die vorstperiode kwam aan het einde van de winter, en dan heeft de vogel niet veel reserve meer; onder zo’n straffe wind ook nog eens op temperatuur blijven kost heel veel energie.
In de winter van 2020/2021 is de ijsvogelpopulatie landelijk weer gehalveerd is onlangs vastgesteld.
Vaak hebben ijsvogels twee broedsels per jaar en soms zelfs wel drie. De vogels die de winter overleefd hebben kunnen de populatie dan weer omhoog brengen en als er niet meteen weer een strenge winter volgt kan de populatie langzaam gaan herstellen.
De laatste jaren zijn er op vele plaatsen in Amsterdam broedwandjes voor ijsvogels aangelegd, daardoor is er nu zeker geen gebrek meer aan mogelijke broedplekken.
Teun van Dijk
Update herontwikkeling Ringparklocatie: online ipv inloopbijeenkomst
De onderstaande informatie komt van Kees Vissers, projectmanager van de gemeente Amsterdam. Het bestuur van de Vereniging Vrienden van het Rembrandtpark deelt graag deze informatie aan de leden en geïnteresseerden.
Deze week heeft het college van B&W besloten om de concept-investeringsnota Herontwikkeling Ringparklocatie vrij te geven voor inspraak. Deze inspraakperiode loopt t/m 29 december van dit jaar.
In de bijlage (onder aan deze pagina te downloaden) is de Ringparkkrant te vinden waarin een impressie wordt gegeven van de voorstellen uit de investeringsnota.
Update 25 november: Als gevolg van de aangescherpte corona-maatregelen kan de inloopbijeenkomst Ringparkgebouw helaas NIET doorgaan.
Als alternatief voor de inloopbijeenkomst organiseren we een online informatiebijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst beginnen we met een korte presentatie over de vernieuwing van het gebied en vervolgens is er de gelegenheid om vragen te stellen en nadere informatie te krijgen over het plan.
Deze online informatiebijeenkomst vindt plaats op:
Datum: 30 november 2021 Aanvang: 19.30u.
Als u aanwezig wilt zijn bij deze online informatiebijeenkomst, dan kunt u zich hiervoor aanmelden bij Kees Vissers, e-mail-adres: k.vissers@amsterdam.nl. U ontvangt dan een link waarmee u op 30 november kunt inloggen.
Vogel van de maand: goudhaantje – vuurgoudhaantje
Het goudhaantje is het kleinste Europese vogeltje. Het weegt 5 à 6 gram. Het vogeltje is geen broedvogel in het Rembrandtpark, maar juist in deze herfstmaanden komt een groot aantal hiervan vanuit Scandinavië, de Baltische Staten en vanuit nog oostelijker streken naar Nederland. Dan zijn ze ook in het Rembrandtpark te zien. Van die trek merken we niet veel, want het zijn echte nachttrekkers.
Deze vogeltjes leven vooral in naaldbossen en gemengde bossen. In de herfst/winter-periode sluiten ze zich graag aan bij groepjes mezen. Het geluid van deze vogel is een heel hoog sie-sie-sie-sie.
Het zijn heel beweeglijke vogeltjes, ze zitten geen minuut stil. Buitelend in alle mogelijke houdingen zijn ze op zoek naar insecten en spinnetjes. Het zijn geen bezoekers van voedertafels.
Ze zijn gevoelig voor sneeuw, want dan wordt hun voedsel moeilijk bereikbaar en doordat ze nauwelijks een vetvoorraad hebben, sterven er dan vele. Het goudhaantje moet dagelijks zijn lichaamsgewicht aan voedsel eten; als de dagen steeds korter worden en beschikbare insecten goed verborgen zitten, wordt dat een hele opgave.
Het goudhaantje heeft een fel geel gekleurde kruin, die begrensd wordt door een zwarte streep. Het lijfje is lichtgrijs/groen. De vleugelveren hebben gele randjes en er lopen twee witte baantjes over de vleugels. De staart is donker grijs/groen. Het vogeltje heeft een spitse snavel, waarmee hij als met een pincet zijn voedsel weghaalt uit de kleinste spleetjes.
Onze eigen goudhaantjes zijn standvogels, d.w.z. ze blijven het gehele jaar in ons land. Het aantal goudhaantjes dat in de herfst ons land komt bezoeken wisselt van jaar tot jaar flink in aantal.
Het goudhaantje heeft nog een directe verwant, die ook in deze periode naar ons land komt: het vuurgoudhaantje. Hij heeft dezelfde afmeting, maar verschilt van het goudhaantje door een witte wenkbrauwstreep en een zwarte oogstreep. Het vuurgoudhaantje gebruikt ons land vooral als tussenstop op zijn trektocht naar wat zuidelijker Europa. Slechts een heel klein deel overwintert in Nederland.
In 1928 werd het eerste broedgeval van een vuurgoudhaantje in Nederland vastgesteld. Door de klimaatopwarming heeft de vogel zich inmiddels vanuit het zuiden tot in Denemarken gevestigd. Buiten de trektijd is het een echte sparrenbosbewoner. In Nederland broedt deze soort op de Veluwe en in Drenthe.
Teun van Dijk
Nieuwsbrief oktober 2021
Sinds de zomer staan er in het park op sommige plekken kleine paaltjes, en de laatste tijd zijn er ook een heleboel gróte palen verschenen, vaak midden op een grasveld. Wij hebben hun functie ook pas onlangs vernomen van de park-conciërge: de klein paaltjes dienen als markering voor de maaiers. Die zien waar ze niet mogen (en kunnen) maaien, langs de randen van bosschages. In de overgang van struiken naar gras blijft zo ruimte voor wilde planten. De grote palen staan op de plekken waar nieuwe bomen zullen worden geplant. De grond op deze plekken is verrijkt met humus, als voeding voor de nieuwe boom, vandaar de omgespitte aarde rond de paal. Eindelijk zal het bomenbestand weer aangevuld worden.
We zijn blij met het feit dat sinds lang weer aandacht wordt besteed aan het maaibeleid, dat lange tijd is versloft. In het beheerplan Rembrandtpark 2010-2020 stond mooi beschreven hoe ecologisch beheer van het Rembrandtpark in z’n werk moest gaan, en een tijdlang functioneerde het ook. Echter door wisselingen bij het bestuur en de ambtenaren bij het stadsdeel is de handleiding in een la verdwenen. Vorig jaar hebben we weer eens met parkbeheer en een aantal functionarissen die betrokken zijn bij de renovering van het park een rondje gemaakt. Dit was op aandringen van de imker op de Jan P. van Blijdestijnschooltuin, die een sterke daling van het aantal bijen constateerde. Door het bestaande beheerplan Rembrandtpark opnieuw onder hun aandacht te brengen en de actie die daarop is ondernomen, is er nu dus gelukkig weer een verbetering te zien in de plantendiversiteit.
Dan nog wat informatie over het zogenaamde Ringparkgebouw. Dit grote kantoorgebouw aan de zuidkant van het park, wordt nu verbouwd. De uitbouw aan de vijverkant is inmiddels afgebroken. Hier komt een horecagelegenheid met terras, en een brug die over de vijver naar het park gaat lopen. In het gebouw komen allerlei nutsvoorzieningen en kantoren. Ombouw tot woningen is wel onderzocht, maar dat werd afgewezen, omdat het vlak naast de ringweg ligt.
Vogel van de maand: de blauwe reiger
De blauwe reiger is geen broedvogel van het Rembrandtpark. Blauwe reigers broeden in kolonies en de dichtstbijzijnde kolonie ligt in het Sloterpark nabij de Allendelaan. Andere bekende kolonies in Amsterdam zijn Frankendael en Artis. Nabij het watersportcentrum aan de Sloterplas was jarenlang ook nog een kolonie, maar die vogels besloten zich bij hun soortgenoten aan de overzijde van de plas aan te sluiten. Je kunt de reiger dus wel een echte parkvogel noemen.
Voorheen trok een groot deel van de reigers in de herfst naar zuidelijker gebieden, maar door steeds zachtere winters groeide de laatste decennia het aantal overwinteraars. Die overwinteraars krijgen wel aanvulling van soortgenoten uit Duitsland en Scandinavië. De vogels die wel wegtrekken vliegen zelfs helemaal naar de Canarische Eilanden. Dit weten we doordat ze geringd worden.
De overwinteraars in onze stad beginnen soms al in december met het oplappen van hun nest; soms zitten ze daarom al met de kerstdagen op de eieren. Reigers beginnen na het leggen van het eerste ei meteen met broeden, zodat de jongen niet tegelijk uit het ei kruipen. Bij slechte voorjaarsomstandigheden wordt het kleinste jong vaak door de oudste twee opgegeten. Reigers leggen 3 tot 5 eieren. Ze gaan niet allemaal tegelijk broeden, zodat je in een kolonie nesten met reigers in allerlei leeftijdsfasen ziet. Doorgaans houdt na het uitkomen van de eieren één oudervogel de wacht op het nest, terwijl de partner op jacht gaat.
Als de jonge vogels uiteindelijk uitvliegen zijn ze nog lang als jong te onderscheiden van de volwassen vogels, doordat eerstejaars-reigers een geheel grijze hals hebben, terwijl die van de ouders wit is. Ook hebben jonge reigers een donkere snavel, terwijl die van oudere vogels geheel of merendeels geel/oranje is. De grote slagpennen zijn donkerblauw, de dekveren van de vleugels zijn lichtblauw gekleurd. Boven het oog hebben ze een donker vlak over hun kop lopen. De kruin is wit. De borst en buik zijn lichtgrijs. Volwassen reigers hebben in het voorjaar lange sierveren op borst en rug.
Het voedsel van reigers bestaat uit vis, amfibieën (kikkers, salamanders), kleine zoogdieren, jongen van watervogels (ook wel pullen genoemd), sprinkhanen en grote (water)kevers. In de stad profiteren ze vaak van door mensen aangeboden ééndagskuikens, slachtafval e.d.
Tegenwoordig zijn reigers het hele jaar rond beschermd.
Teun van Dijk
Vogel van de maand: de ekster
De ekster is een lid van de familie van kraaiachtigen. Net als zijn verwanten, de zwarte kraai en de kauw, leven deze vogels hun hele leven met dezelfde partner. De ekster is opvallend door zijn luidruchtigheid en zijn staart die even lang is als zijn lijf. Ook zijn verenkleed doet hem in het oog springen; de borst is zwart, net als de kop, rug, staart, snavel en poten. Zijn buik is wit evenals zijn schouderveren. De zwarte veren kunnen onder invloed van het zonlicht groen of blauw-paarsachtig oplichten.
Vanaf januari beginnen de eksters aan het herstel van hun nest. Ze gebruiken vaak een nest van een eerder jaar. Dat nest krijgt ook een dakconstructie. Al met al wordt het een flink bouwwerk, meestal in de kroon van een boom. Behalve een nest voor de eieren bouwen eksters ook zogenaamde speel- of slaapnesten. Daar ontbreekt dan het dak veelal en ze ogen doorgaans wat onafgemaakt. Eksternesten worden ook vaak gebruikt door uilen en roofvogels, zoals de torenvalk, die zitten dan goed verborgen en worden niet gepest door alarmerende zangvogels.
De eksters zijn tegenwoordig beschermde vogels, maar door hun slechte naam is dat lang niet het geval geweest. Jagers schoten in het voorjaar vaak met hagel door eksternesten, maar doordat die nesten ook een uil of een torenvalk konden huisvesten, vielen er ook andere onwenselijke slachtoffers. Gelukkig wordt er tegenwoordig genuanceerder naar de eksters gekeken. De vogelnesten die door eksters leeggeroofd worden, zijn vaak slecht verborgen. Door die predatie krijgen vogels met goed verborgen nesten betere overlevingskansen. Eksters hebben per jaar maar één broedsel, terwijl veel zangvogels vaak meerdere broedsels hebben. Een rover zal ook nooit de hele populatie van zijn prooien uitroeien, want dat zou z’n eigen doodvonnis betekenen. Zwerfkatten brengen veel meer slachtoffers teweeg, dan de hele eksterpopulatie.
In de natuur vervult de ekster een belangrijke rol als opruimer. Het zijn echte alleseters: ze eten vruchten, zaden, dode dieren (slachtoffers van ziekte of het verkeer), muizen, insecten en eieren en jongen van andere vogels.
Het park is een ideaal verblijfgebied voor eksters – open delen voor voedsel, bosschages voor broedgelegenheid en voedsel. Het zijn standvogels, die het gehele jaar in de buurt van hun nestplaats rondhangen.
Buiten de broedtijd slapen de eksters, net als de andere kraaiachtigen, vaak in een groep bijeen. Wel is die groep veel kleiner dan bij zwarte kraaien en kauwen. De eksters vliegen in paren naar de slaapplaats, zodat het minder opvalt, zeker als je dat vergelijkt met kauwen die in aangroeiende groepen rondvliegen en dan op zeker moment naar de slaapplek doorvliegen.
Teun van Dijk
Nieuwsbrief Ringparkgebouw
Als u er recentelijk langsgekomen bent, zult u gemerkt hebben dat er het e.e.a. in gang is gezet m.b.t. het Ringparkgebouw. Aanvankelijk zou het gebouw geheel gesloopt worden, dat is gelukkig niet het geval, men heeft naar een duurzamer oplossing gezocht. Het kantoorgebouw omzetten naar woonruimte bleek onhaalbaar, want door de geluidsbelasting zouden de woningen dan alleen mechanische ventilatie kunnen krijgen, geen balkons en ook geen ramen die open konden. Dat zou betekenen dat alleen bewoners die ondertussen op zoek zouden gaan naar betere woonruimte er onderdak zouden vinden. Zo’n doorgangshuis vond men niet wenselijk.
Door de brexit zochten veel Engelse bedrijven onderdak in Amsterdam, ondanks de corona begon de kantorenmarkt weer aan te trekken. Het gebouw zal nu geheel worden gerenoveerd en behoudt zijn kantoorfunctie.
Een zendmast voor de hulpdiensten van politie, brandweer en ambulances moest van het dak verwijderd worden, omdat men het gebouw met twee etages gaat ophogen. Op het parkeerterrein is daarom een tijdelijke vervangende zendmast geplaatst. De laagbouw aan de parkzijde wordt tot de begane grond afgebroken en daarna in een moderne vormgeving weer opgebouwd. Er komt dan horeca in die niet alleen bedoeld is voor werknemers in het Ringparkgebouw, maar ook voor buurtbewoners en passanten. Daarmee probeert men ook in de avonduren wat meer levendigheid rond het gebouw te krijgen. Mettertijd zal het hekwerk rond het gebouw verdwijnen en gaat het parkeren ondergronds gebeuren. In de hoek naast de Montessorischool zal nog een kleiner en lager kantoorgebouw verrijzen, nadat de renovatie van het Ringparkgebouw voltooid is. Het parkeerterrein wordt beplant met solitaire bomen en het fietsverkeer wordt vanuit het viaduct van de A10 in een V-vorm over het terrein richting Lelylaan en brug bij de Tulp / Postjeskade worden geleid, zodat het langs de school voor kinderen en ouders ook veiliger zal worden met brengen en ophalen.
Net als bij het huidige Leonardohotel gaat men alle nutsvoorzieningen voor het Ringparkgebouw naar de eerste verdieping verplaatsen, Zodoende kan dan de plint van het gebouw een andere functie krijgen en ook een opener aanblik dan nu het geval is.
Ter hoogte van de huidige ingang, wordt het gebouw op de begane grond open gemaakt met een doorloop via een houten bruggetje naar het tegenoverliggende voetpad in het park. De nieuwe horeca in het laagbouwgedeelte kan dan aansluitend een terras krijgen, waarvan ook parkbezoekers gebruik kunnen maken. Deze zal ook in de weekenden geopend zijn.
De twee extra etages krijgen vooral glaswanden met houten omlijstingen, ook aan de kopgevelkanten, waardoor het gebouw als geheel een fraaiere uitstraling krijgt. Het oogt dan alsof het gebouw een hoed heeft gekregen. Voorlopig dus wat verbouwingsoverlast, maar het beoogde resultaat kan een aanwinst voor het park en zijn bezoekers worden. Zeker in deze hoek van het park, waar horeca en een toiletgelegenheid nu node gemist worden.
VVR, juli 2021
Vogel van de maand: de gierzwaluw
De gierzwaluw is geen broedvogel van het park, maar vanaf de laatste dagen van april tot begin augustus kan hij geregeld in de lucht worden waargenomen, als hij pendelt tussen zijn broedplek in De Baarsjes en zijn jachtgebied.
Gierzwaluwen vliegen doorgaans in paartjes, behalve als het vrouwtje in mei op de twee eieren zit. Die broedtijd is de enige periode dat die zwaluwen een slaapplek gebruiken, de rest van het jaar overnachten ze al duttend hoog in de lucht! Dat doet geen enkele vogel ze na. Als een zweefvliegtuig beschrijven de gierzwaluwen dan al slapend grote cirkels in de lucht gedurende de nacht. Als de jongen vliegvlug zijn, verlaten ze al spoedig ons land. Na de eerste week van augustus zie je doorgaans geen gierzwaluwen meer, hooguit passanten uit nog noordelijker streken.
Ze hebben helemaal niets met de gierenfamilie te maken, maar hun naam hebben ze te danken aan het gierende geluid dat ze voortbrengen als ze in een groep aan het begin van de dag of tegen de avondschemering in de buurt van de nesten gaan rondvliegen.
Gierzwaluwen maken hun nest (dat je nauwelijks een nest kunt noemen) op de panlatten van een pannendak. In de Baarsjes hebben veel woningen een plat dak met aan de straatzijde een schuin oplopend gedeelte dat met dakpannen bedekt is. Bovenaan die pannenrij zit doorgaans een houten betimmering. Doordat dakpannen een golvend patroon hebben, maar die houten betimmering niet, kunnen de gierzwaluwen de spleet onderaan die betimmering gebruiken om bij de bovenste panlat te komen voor hun nest. Helaas hebben veel huiseigenaren de dakpannen laten vervangen door asfalt-shingles en ja, dan heb je geen panlatten en dus ook geen gierzwaluwen meer. Om dat probleem op te lossen heeft de gemeente Amsterdam subsidie verleend om zwaluwkasten op te hangen, direct onder de dakgoot. Wie goed naar de dakranden kijkt zal die op diverse plaatsen kunnen zien.
Met hun lange spitse vleugels zijn de gierzwaluwen helemaal aangepast aan hun verblijf in de lucht. Als in het broedseizoen een langdurige periode van regenachtig weer aanbreekt, vliegen die zwaluwen naar het zuiden, soms tot noord Frankrijk aan toe om daar voedsel te verzamelen. Het kan dan zelfs voorkomen dat ze een paar dagen niet bij het nest verschijnen. Dan krijgen de twee jongen geen voer, maar dan gebeurt er al weer iets unieks in de vogelwereld. Die jongen gaan dan in een ruststand, d.w.z. hun hartslag daalt, evenals hun lichaamstemperatuur en ze gaan slapen. Je kunt het vergelijken met de winterslaap van zoogdieren en amfibieën.
De poten van de gierzwaluw zijn heel kort, ze dienen dan ook alleen maar om zich aan steenranden vast te grijpen. Mocht een jong bij zijn eerste luchtsprong op de grond terechtkomen, dan kan hij ook niet meer de lucht in komen. Die korte pootjes en die lange vleugels zitten elkaar dan flink in de weg om weer de lucht in te komen. Zo’n ongelukkig jong kun je alleen maar helpen door hem vanaf je hand dan het luchtruim te laten kiezen.
Teun van Dijk
Abonneer U!
Search
Categorieën
- Algemeen (206)
- Bomenkap (32)
- Herinrichting (15)
- Natuur in het park (71)
- Nieuwsbrief (8)
- Verkeersweg (31)
Kalender
M | T | W | T | F | S | S |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | ||
6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 |
13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 |
20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 |
27 | 28 | 29 | 30 | 31 |