Vogel van de maand: de spreeuw
In het najaar is de spreeuw een vogel die vaak de aandacht trekt, doordat hij met wel honderden soortgenoten een gezamenlijke slaapplaats opzoekt. Eerst trekken ze in groepjes naar voorverzamelpunten om dan door te vliegen naar de nabije slaapplaats. Voor die tijd houden ze dan vaak spectaculaire vliegdemonstraties. Zo’n slaapplaats bevond zich jarenlang in de bomen langs het water aan het eindpunt van de trams bij het Centraal Station. Ook bij het Leidseplein kwamen ze dagelijks overnachten. De vele uitwerpselen op deze drukbezochte plaatsen dwongen de gemeente veelal tot verjagingsmaatregelen. Dat is inmiddels allemaal historie.
Je zou dan denken dat het met de spreeuw dus wel goed gaat als je zoveel vogels bijeen kunt zien, maar helaas zijn de meeste van die vogels spreeuwen die ons land op doortrek vanuit het noorden en noordoosten aandoen. De spreeuwen in Nederland hebben ongemerkt de huismus gevolgd in het uit beeld verdwijnen. Vroeger zag je ze overal in de stad, maar buiten de nazomer en winter-periode moet je echt op zoek gaan om spreeuwen te treffen.
Onze eigen spreeuwen trekken in de nazomer/herfst naar Engeland, Ierland en West-Frankrijk.
In het voorjaar krijgen de mannetjes een gele snavel. Na de rui hebben de spreeuwen een borst, buik en rug met veertjes met een wit uiteinde. Op de foto is dat goed te zien. Door veerslijtage verdwijnen die puntjes in de loop van de lente. De vleugelveren hebben allemaal een lichtbruin randje, waardoor de individuele veren goed opvallen. Onder invloed van het zonlicht geeft het verenpak een groene een paarsachtige weerschijn. Ook dat is op de foto te zien. De staart is kort, waardoor de vogel een propperig uiterlijk krijgt. De vleugels zijn in vlieghouding opvallend driehoekig van vorm.
Spreeuwen eten vooral de larven van langpootmuggen, die zich ophouden tussen graswortels, vandaar dat ze graag foerageren op grasvelden. Maar hoeveel langpootmuggen ziet u nog jaarlijks in uw woning? Spreeuwen worden onbedoeld het slachtoffer van gif spuiten op grote grasvelden, in Amsterdam is dat inmiddels gelukkig verboden. In het najaar eten ze vooral bessen. Het zijn nestkastbroeders en ook broeden ze graag onder scheefliggende dakpannen en in boomholtes. In vroegere eeuwen hingen de mensen aan en bij hun woningen zg. spreeuwenpotten op; nestgelegenheden van gebakken klei. Tegen de tijd dat de jongen vliegvlug werden, haalde men de aanwezige vogels uit de pot en maakte ze klaar om op te eten.
Als zangpost gebruiken spreeuwen graag een hoog punt, zoals een flinke boom, schoorsteen of daknok. Bij het zingen houdt de spreeuw zijn vleugels vaak wat geopend, en afhangend. Spreeuwen zijn ook geweldige imitators van andere vogels, waardoor ze al heel wat vogelenthousiasten op het verkeerde been hebben gezet.
De pas uitgevlogen jongen lijken nog maar weinig op hun ouders. Ze hebben over het geheel een dof donkerbruin verenpak. Pas na de rui in de zomer krijgen ze het mooie verenkleed van hun ouders.
Al met al een interessante vogel, geen broedvogel van het Rembrandtpark, maar vanuit de nabije bebouwing komen wel zo nu en dan spreeuwen in het park naar voedsel zoeken.
Teun van Dijk
No comments yet.
Leave a comment
Abonneer U!
Search
Categorieën
- Algemeen (204)
- Bomenkap (32)
- Herinrichting (15)
- Natuur in het park (70)
- Nieuwsbrief (8)
- Verkeersweg (31)
Kalender
M | T | W | T | F | S | S |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | 2 | 3 | ||||
4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 |
11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 |
18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 |
25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 |