Vogel van de maand: de wilde eend

Wilde eenden
Wilde eenden

Wilde eenden vormen in de herfst paartjes, ze blijven dan bij elkaar totdat de jongen uit het ei kruipen. Daarna vormen de mannetjes vrijgezellengroepen, terwijl de vrouwtjes met hun jongen hun eigen weg zoeken.

Mannetjes en vrouwtjes zijn bij de wilde eend duidelijk van elkaar te onderscheiden. Dat heeft alles te maken met het broedproces. De wilde eend broedt op de grond. Het mannetje met zijn fraaie kleurentooi zou meteen in de gaten lopen op het nest. Hij neemt dan ook niet deel aan het bebroeden van de eieren. Wel waakt hij vaak in de buurt en waarschuwt het vrouwtje voor naderend gevaar. Met haar vlekkerig bruine verenkleed, vormt het vrouwtje veelal één geheel met de bodem. Zolang ze zich niet beweegt, zal ze onzichtbaar zijn voor een naderende vijand. De oranje poten, zitten veilig buiten het zicht bij de eieren. De enige verfraaiing die het mannetje en het vrouwtje gemeen hebben is de zg. vleugelspiegel. Dat is een paarsblauw verenvlak afgezet met een witte rand in het midden van de vleugel. Op de foto piept bij het vrouwtje net een stukje van die spiegel met het witte randje tevoorschijn.

Wilde eenden leggen zo’n 10-12 eieren, waaruit jongen met donsveren tevoorschijn kruipen. Ze komen kort na elkaar uit, doordat het vrouwtje pas na het leggen van het laatste ei met broeden begint. Als de jongen zijn opgedroogd gaan ze met moeder op stap naar het dichtst-bijzijnde water. Moedereend voert haar jongen niet, ze moeten zelf hun voedsel zoeken. Dat bestaat vooral uit insecten. Moeder zorgt alleen voor bescherming, maar gevaar schuilt overal; snoeken, ratten en grote meeuwen. Vooral die grote meeuwen die vroeger alleen in de winter in de stad kwamen, vormen tegenwoordig een groot gevaar voor jonge eendjes. Die grote meeuwen broedden voorheen in de duinen en dan met name op de Waddeneilanden, maar nu vissersschepen geen bijvangst meer overboord mogen zetten, krijgen die meeuwen een voedselprobleem als hun jongen groter en dus hongeriger worden. Ze ontdekten dat de stad niet alleen in de winter voedsel verschaft, maar ook in het broedseizoen een beter restaurant is dan de zee. Veel kleine pullen eindigen als snackje in een meeuwenmaag. Sinds de laatste 10-15 jaar zien we de wilde eendenstand dan ook langzaam dalen. Nu broeden die grote meeuwen vaak op platte daken in het Westelijk Havengebied. De jaarlijks dalende trend van de wilde eendenpopulatie  is de reden geweest om 2020 uit te roepen tot het jaar van de wilde eend.

Jonge eendjes hebben nog geen waterdicht verenkleed en daarom moeten ze geregeld op de kant komen om hun veren te laten drogen, anders zouden ze verdrinken. De Amsterdamse grachten met hun hoge stenen kades, vormen voor jonge eendjes dan ook een groot gevaar als ze nergens uit het water kunnen komen om hun veren te laten drogen. Hier en daar hebben aanwonenden soms speciale eendentrappetjes langs de kade gemaakt, waar-door die jongen veilig uit het water op de kant kunnen komen.

Geregeld zie je ook wilde eenden met veel wit in hun verenpak of juist meer bruin op hun grijze delen. Zulke eenden worden soepeenden genoemd. Het zijn bastaarden van een gemengd paar wilde eend met een tamme eend. In het stadium van jong met donsveren kun je die soepeenden al herkennen, doordat ze veel geler tonen dan de rest van het span.

In de ruitijd, het wisselen van het verenpak, verliezen eenden al hun grote vleugelpennen binnen een paar dagen. Ze kunnen dan ruim 6 weken niet vliegen. Een gevaarlijke tijd vooral voor mannetjes eenden. De natuur helpt ze echter om veilig die periode door te komen. Voordat ze hun vleugelpennen verliezen, krijgen de mannetjes een tijdelijk bruin verenpak, waardoor ze er bijna als een vrouwtje uitzien. Alleen de snavel blijft geel en ook houden ze hun twee gekrulde staartveren. Door dat bruine verenpak heeft het mannetje in de vliegloze weken net zo’n mooie schutkleur als het vrouwtje. Zo kan hij veilig zijn vleugelpennen ruien, zonder ten prooi te vallen aan belagers. Als de vleugelpennen tegen het aanbreken van de herfst weer zijn uitgegroeid, verwisselt hij de bruine veren voor zijn fraaie mannetjeskleed. Dan gaan die mannetjes ook weer op zoek naar een vrouwtje, om een paar te vormen voor het volgende broedseizoen.

Jonge eenden hebben tot ze vliegvlug zijn allemaal een bruin verenkleed. Pas daarna ruien de jonge mannetjes hun bruine verenkleed en krijgen ze het fraai gekleurde verenpak van een mannetjes eend.

Friday, April 3rd, 2020 Algemeen, Natuur in het park

No comments yet.

Leave a comment

Abonneer U!

Search

 

Categorieën

Kalender

November 2024
M T W T F S S
 123
45678910
11121314151617
18192021222324
252627282930  

Archief