Vogel van de maand: de staartmees
In de maand december vertoeven er groepjes staartmezen in het park. De staartmees is een schaarse broedvogel in het park, maar als de herfst aanbreekt wordt het bestand aangevuld met soortgenoten uit gebieden ten noorden en noordoosten van ons land.
De naam dankt de vogel aan zijn opvallend lange staart. Het is een overwegend wit/rose vogel aan de onderzijde en van boven zwart/rose. Voorts heeft hij een brede zwarte baan boven de ogen. Het geluid van deze mees is heel bescheiden. Aangezien ze in groepjes leven, is het lokken van een partner door luide zang ook niet noodzakelijk. In deze tijd van het jaar trekken staartmezen ook op met verwante familieleden, zoals de pimpel- en de koolmees. In ons land is de staartmees een standvogel, d.w.z. hij blijft het hele jaar in de buurt van zijn broedgebied. In Noord-Europa hebben staartmezen vaak een geheel witte kop, in de winterperiode zijn die dan ook in ons land te zien.
De vogeltjes vallen vooral op als ze met hun lange staart oversteken van de ene naar de andere boom. Ze vliegen dan veelal niet als groep tegelijk daarheen, maar het ene individu volgt kort achter elkaar het andere individu. Staartmezen komen niet snel op voedertafels en dat komt door hun voedselkeuze; ze eten vooral insecten en spinnetjes.
In het vroege voorjaar vallen de groepjes uiteen in paren. Ze beginnen al snel na de vorst met nestbouw, dit temeer omdat het nest vaak verborgen zit in groenblijvende bomen of struiken. Het nest is bolvormig en bekleed met allerlei zachte onderdelen: veertjes, pluizen, mos, insectenspinsels en bastreepjes. De man voert meestal het materiaal aan en het vrouwtje bouwt daarvan het nest. De toegang tot het nest zit bovenin het bolletje. Dan blijkt die staart wel lastig en in de loop van de broedtijd krijgt die staart zodoende een verfomfaaid uiterlijk. Ze leggen 5-16 eitjes in het nest, dus als die uitkomen en gaan opgroeien wordt het een heel gedrang in dat nest. Het broeden duurt bij deze mees twee weken. Er zijn meestal twee broedsels per jaar. De jongen van het eerste broedsel gaan dan vaak meehelpen met het voeren van de jongen van het tweede broedsel. Tot de winter blijft de hele familie vaak bijeen. Ze slapen ook in groepsverband, dicht tegen elkaar aan gedrukt op een tak. Dat scheelt warmteverlies.
Door hun voedselspecialiteit kunnen strenge winters vaak grote sterfte onder deze soort teweeg brengen. Verwante soorten als Koolmezen en pimpelmezen schakelen dan grotendeels over op zaden en zodoende komen ze vaak op voedertafels op balkons en in tuinen af.
No comments yet.
Leave a comment
Abonneer U!
Search
Categorieën
- Algemeen (204)
- Bomenkap (32)
- Herinrichting (15)
- Natuur in het park (70)
- Nieuwsbrief (8)
- Verkeersweg (31)
Kalender
M | T | W | T | F | S | S |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | 2 | 3 | ||||
4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 |
11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 |
18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 |
25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 |