Archive for September 1st, 2020

Vogel van de maand: de aalscholver

Aalscholver
Aalscholver

De aalscholver is geen broedvogel in het Rembrandtpark, maar komt er wel geregeld naar voedsel zoeken. Dat voedsel bestaat uit diverse soorten vis, tot zo’n 34 cm lengte. Zijn naam doet hij niet echt eer aan, aal is voor een aalscholver bijvangst. Zijn hoofdvoedsel wordt gevormd door pos, baars, blankvoorn, spiering en brasem. Op de foto vallen de zwemvliezen tussen zijn tenen goed op. Het bijzondere is dat aalscholvers drie zwemvliezen hebben in tegenstelling tot andere watervogels met zwemvliezen. Hun achterste teen is ook door een zwemvlies verbonden met de andere tenen.

Aalscholvers zijn al een heel oude vogelfamilie, helemaal aangepast aan het water, maar ze bezitten niet zoals eenden en meeuwen een waterdicht verenpak. Zodoende moeten aalscholvers na een onderwater jachtpartij hun verenpak gaan drogen, anders komen ze niet meer de lucht in en zullen ze verdrinken. Dat drogen doen ze met uitgespreide vleugels, zittend op een boom, dukdalf of lantaarnpaal en soms gewoon op de waterkant.

Aalscholvers broeden in kolonies en slapen doen ze buiten de broedperiode in een groep met soortgenoten. Ook vissen doen ze vaak gezamenlijk, vooral op groot water (dus niet in het park). Ze sluiten scholen vis dan met elkaar in, om zo meer vissen te kunnen vangen. De dichtstbijzijnde kolonies liggen in het Naardermeer en in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Sinds ze door de Europese Vogelrichtlijn beschermd zijn, gaat het stukken beter met deze vogelsoort. Nadat Nederland lange tijd twee kolonies kende; in het Naardermeer en bij Wanneperveen zijn er nu grote kolonies in o.a. de Oostvaardersplassen, Biesbosch, Oosterschelde en Den Oever (daar gewoon op de grond, op een strekdam). Doorgaans maken ze grote nesten in bomen, deze gaan in de loop der jaren door de zure uitwerpselen echter afsterven.

In Nederland zijn aalscholvers voornamelijk standvogel, maar in het najaar komen er ook aalscholvers uit noordoostelijker streken naar ons land. Sommige aalscholvers trekken helemaal naar Tunesië, Corsica en Sardinië om te overwinteren.

Voor de in groepen heen en weer vliegende aalscholvers uit het Naardermeer, heeft men bij de aanleg van een nieuw hoogspanningtracé dat dwars op hun dagelijkse vliegroutes richting Markermeer lag, de elektriciteitskabels allemaal op één hoogte evenwijdig gespannen ter hoogte van Muiderberg om het doodvliegen van die vogels te voorkomen. Let er maar eens op, als u weer een keer naar Almere gaat.

Aan het zwarte verenpak danken de vogels ook hun bijnaam ‘waterraaf’.  De foto laat echter mooi zien dat het verenpak weliswaar bijna geheel zwart is, maar toch niet zo zwart als bij een zwarte kraai. De dekveertjes van de vleugels hebben mooie, aan Oostindische pentekeningen doen denkende, accenten gekregen. In de broedtijd hebben de vogels een grote witte vlek bij hun dij (op de foto net zichtbaar) en op de kop verschijnen dan ook witte sierveertjes. Het wit aan de snavelbasis ontstaat echter door het ontbreken van veren op die plek!

Enfin, geen broedvogel, maar wel een interessante parkvogel.

Teun van Dijk

Tuesday, September 1st, 2020 Natuur in het park No Comments

Abonneer U!

Search

 

Categorieën

Kalender

September 2020
M T W T F S S
 123456
78910111213
14151617181920
21222324252627
282930  

Archief