Vogel van de maand: de zanglijster

De zanglijster is een directe verwant van de bekendere merel. Bij de zanglijster ziet het mannetje er precies eender als het vrouwtje uit. De vogel heeft een lichtbruine staart, vleugels, rug, nek en schedeldak. Voorts een lichte buik en keel met donkere vlekken.
Een deel van deze vogels overwintert in Nederland, andere wijken uit naar Engeland, Zuid-west Europa of zelfs Noord-Afrika. Jonge vogels trekken allemaal weg. Helaas worden deze lijsters in Italië, Frankrijk en Spanje veel bejaagd. Een deel van noordelijker broedende zanglijsters overwintert in Nederland. Hier overwinterende zanglijsters kun je soms al in februari horen zingen. In tegenstelling tot de merel, die al een uur voor zonsopkomst met zijn zang begint, zingen zanglijster vooral overdag.
Zanglijsters zijn meer bos- en parkvogels dan tuinvogels. In grote villatuinen willen ze ook wel broeden. Het aantal broedparen is aanzienlijk minder dan van de merel. Terwijl de merel een echte melodie laat horen, kenmerkt de zang van de zanglijster zich vooral door een aaneenrijging van motieven die steeds duidelijk herhaald worden. Zanglijsters zingen graag vanaf een hoog punt.
Het voedsel van deze vogels bestaat uit wormen, insecten, vruchten en huisjesslakken. Die huisjesslakken openen ze door ze met hun snavel tegen een steen kapot te slaan. Die steen wordt steeds weer gebruikt om volgende slakken open te krijgen, vandaar dat die wordt aangeduid met smidse, rondom die steen zie je dan allemaal kapotte slakkenhuisjes liggen. Helaas worden zanglijsters vaak onbedoeld het slachtoffer van slakkengif, doordat ze ook vergiftigde slakken eten.
Het nest is net zo kunstig als van de merel, de binnenwand is helemaal glad gestreken met aarde, vermolmd hout en modder. Deze lijsters leggen 4-5 eieren, die twee weken bebroed worden. Na 16 dagen vliegen de jongen uit, maar worden dan nog geruime tijd door de ouders gevoerd. Veelal hebben ze twee broedsels in een jaar. Na de broedtijd vormen de vogels kleine groepjes.
Lezing en excursie “Vlinder mee in je buurt”
De vlinderstichting en de gemeente Amsterdam organiseren een lezing en een excursie waar u aan mee kunt doen.
Belangstellenden gezocht voor o.a. het Westerpark, de Brettenzone en Rembrandtpark.
De gemeente Amsterdam heeft vlinders en andere bestuivers hoog in het vaandel staan. Bestuivers zoals bijen en vlinders gaan landelijk sterk achteruit en ze worden steeds afhankelijker van bermen, tuinen en openbaar groen. Daarom doet de gemeente veel aan ecologisch beheer. De bloemrijke bermen en parken die zo ontstaan vormen belangrijk leefgebied voor bestuivers en geven tegelijk een vrolijk en kleurrijk beeld aan de stad.
Onderzoek
Om te meten of het ecologisch beheer succes heeft, start de gemeente Amsterdam samen met De Vlinderstichting het project “Vlinder mee in je buurt”. Op diverse plekken in de stad komen vlinderroutes van enkele honderden meters lang. Langs die routes tellen bewoners van Amsterdam wekelijks de vlinders. Door dit meerdere jaren achter elkaar te doen, ontstaat er een goed beeld van hoe het gaat met de vlinders in de stad. We zoeken mensen die geïnteresseerd zijn om mee te doen in het Westerpark, de Brettenzone en Rembrandtpark of een andere bloemrijke groenstrook bij u in de buurt.
Gratis lezing en excursie
Voor iedereen die geïnteresseerd is in dit project, geeft De Vlinderstichting op woensdagavond 29 mei aanstaande een boeiende lezing over vlinders. Aan de hand van foto’s en filmpjes wordt getoond hoe vlinders leven, wat ze nodig hebben om te overleven en hoe iedereen daar in zijn eigen tuin aan kan bijdragen. Ook wordt van de meest voorkomende vlinders uitgelegd hoe ze herkend kunnen worden. Aan het eind van deze avond hebben alle deelnemers genoeg kennis om, als ze willen, mee te doen aan “Vlinder mee in je buurt”.
Wie wil, kan daarna ook deelnemen aan de excursie die bij mooi weer gegeven wordt op zaterdag 15 juni (bij slecht weer wordt de excursie een week verplaatst). Hierin kijken we naar de verschillende soorten vlinders die we tegenkomen en wordt uitgelegd hoe het tellen van vlinders werkt.
Lezing
Wanneer: woensdag 29 mei 2019
Hoe laat: inloop met koffie en thee 19:30 uur, start 20:00 uur, afsluiting ca 21:30 uur
Waar: Freedom Lab, Plantage Middenlaan 62
Voor wie: iedereen is welkom, toegang is gratis, gaarne opgeven bij gerdien.bos@vlinderstichting.nl
Excursie
Wanneer: zaterdag 15 juni 2019 (reserve: zaterdag 22 juni 2019)
Hoe laat: Keuze uit starten om 10 uur of starten om 14 uur, de excursies duren 2 uur
Waar: Diemerpark (Waterkeringpad ten zuiden van sportpark)
Voor wie: iedereen die mee wil doen met ‘Vlinder mee in je buurt’
Contact: gerdien.bos@vlinderstichting.nl, opgave is verplicht

Uitnodiging Algemene Ledenvergadering: donderdag 6 juni 20.00 uur
Hierbij nodigt het bestuur u van harte uit voor de jaarlijkse ledenvergadering.
Datum: donderdag 6 juni 2019
Aanvang: 20.00 uur, zaal open om 19.30 uur (lezen notulen en jaarverslag)
Plaats: Ru Paré community, Chris Lebeaustraat 4, in Amsterdam.
Let op: dit is een andere locatie dan voorgaande jaren. Dit voormalige Ru Paréschoolgebouw kunt u het beste betreden via het schoolplein, waar u een grote buitentrap ziet. Die loopt u op om binnen te komen.
Op de vergadering bespreken we graag de gebruikelijke zaken die de vereniging betreffen, zoals bij voorbeeld het jaarverslag en het financiële overzicht van 2018 en voorts de actuele onderwerpen, zoals de ontwikkelingen rondom de stadsboerderij, broedvogels. Graag horen we uw mening.
Er is nog een goede reden om de ledenvergadering te bezoeken: we hebben Alain Klein, één van de twee organisatoren van het jaarlijkse Rembrandtparkfestival, bereid gevonden om een gezellige presentatie te geven van wat er gedurende de al weer dertien Rembrandtparkfestivals allemaal de revue is gepasseerd.
U kunt zich aanmelden voor de Algemene Ledenvergadering, of vragen stellen, op info@rembrandtpark.org of telefonisch op nummer 020-6141492 of per brief naar Tutein Noltheniusstraat 3 hs, 1065EZ Amsterdam. Aanmelding is niet verplicht, maar we stellen uw aanmelding zeer op prijs. Overigens is de ledenvergadering alleen toegankelijk voor leden. Graag tot ziens op 6 juni!
Agenda:
- 1. Opening, vaststelling van de agenda en mededelingen.
- 2. Goedkeuring notulen ALV 2018 en bespreking jaarverslag 2018.
- 3. Financieel jaarverslag 2018, het verslag van de kascontrole commissie en de samenstelling van de nieuwe kascontrole commissie, de begroting 2019.
- 4. Herverkiezing Teun van Dijk
- 5. Actuele ontwikkelingen zoals de Stadsboerderij en festivals.
- 6. Presentatie Alain Klein; de Rembrandtparkfestivals 2006-2018
- 7. Rondvraag en sluiting
Met vriendelijke groeten,
het bestuur van de Vereniging Vrienden van het Rembrandtpark
Gezien de kosten sturen we geen acceptgiro’s meer voor de contributie 2019. Als u dat nog niet gedaan heeft, wordt u vriendelijk verzocht zelf een overschrijving te maken naar bankrek. NL24INGB0004842992. t.n.v. Ver. Vrienden Rembrandtpark. U kunt ook zelf uw bank een machtiging geven om jaarlijks de contributie van €5,00 of meer over te maken op onze bankrekening, dan heeft u er geen omkijken naar.
Graag tot ziens op donderdag 6 juni.
Vogel van de maand: de pimpelmees

De pimpelmees valt het meest op door zijn helderblauwe kleur, daar waar een koolmees echt donkerblauw is. Hij heeft witte wangen en een donker ooglijntje van snavel tot nek. Zijn buik is geheel geel, in tegenstelling tot de koolmees die daar een donkere lengteband over heeft lopen. De staart en de vleugels zijn blauw met wat witte veertopjes en de rug is groen/blauw. Onder de snavel heeft hij een donker befje.
De meeste mensen kennen wel zijn grotere neef de koolmees. De pimpelmees komt een stuk minder voor dan de koolmees. De hele populatie is maar de helft zo groot als die van de koolmees. De pimpelmees is een standvogel, d.w.z. dat hij het jaarrond in Nederland verblijft, maar in de herfst krijgen we hier in Nederland ook een aanvulling van pimpelmezen uit noordelijker en oostelijker landen. In de zomer is de pimpelmees een echte insecteneter, die graag in de boomtoppen foerageert. Daar toont hij zich een ware acrobaat, hangend aan dunne twijgen. ’s Winters schakelt hij grotendeels over op zaden. Je treft ze dan ook vaak aan in rietzomen, waar ze de zaden van riet nuttigen. Ook op onze voedertafels doen ze zich tegoed aan de zaden van mezenbollen en pindaslingers.
Het zijn echte holenbroeders en zodoende kunnen ze al vroeg gaan broeden. Naast natuurlijke boomholtes, accepteren ze ook graag nestkastjes, maar dan het liefst met een gat dat geen grotere doorsnee heeft dan 28 mm, anders kan de grotere neef, de koolmees ook naar binnen en die gooit de kleinere pimpelmezen er dan gewoon uit. Soms gebruiken ze ook buiten-brievenbussen als nestplaats (als de klep ontbreekt, of in open stand blijft klemmen), zelfs in een lantaarnpaal met een gaatje waar zo’n pimpel door paste, heb ik ooit een nest vastgesteld. Behalve om te broeden gebruiken pimpelmezen met name in de winter de nestkast/boomholte ook als slaapplaats.
Op de zandgronden hebben de pimpelmezen het moeilijk. Door zure regen lossen kalkdeeltjes zoals van slakkenhuizen op, waardoor ze eitjes met een dunnere eischaal leggen. Die broze eitjes kunnen dan gemakkelijk breken. Ook krijgen de jonge pimpels dan zwakke botten, met botbreuken in het drukke nest als gevolg. Hetgeen veelal tot de dood leidt. Soms legt een pimpelmees wel 10 eitjes, dus als de jongen verder groeien, wordt het dan een heel gedrang. Door aan het eind van de winter en in de lente fijngewreven kippeneierschalen op de voederplank uit te strooien, helpen we de vogels aan kalk aanvulling. Ook helpen zulke deeltjes mee om in de vogelmaag het voedsel beter te vermalen.
Door een tijdje zo’n nestkast met mezenjongen goed te observeren, kom je versteld te staan van de hoeveelheid voedsel die ze aanvliegen, om al die onverzadigbaar lijkende snaveltjes tevreden te stellen. Soms vliegen ze ook met iets wits in de snavel er weer uit, dat is een pakketje uitwerpselen dat de jongen keurig ingepakt bij de ouders aanleveren. Mezen houden wel van een schoon nest.
Teun van Dijk
Vogel van de maand: de heggenmus

De heggenmus is geen familie van de huismus, maar is direct verwant aan het roodborstje. Dat is op de foto duidelijk zichtbaar aan de snavel. Huismussen hebben een brede, dikke snavel om zaden te kraken, maar de heggenmus heeft een spitse dunne snavel, omdat hij daarmee goed insecten uit spleten kan peuteren. Zijn hoofdvoedsel bestaat uit insecten, spinnen en bodemdiertjes, daarnaast eet hij ook bessen en zaden in de periode dat ander voedsel schaars is.
De heggenmus is het jaar rond aanwezig. Zodoende is hij al nog voor de lente aanbreekt te horen. Op mooie februaridagen is het één van de eerste luid zingende zangvogels. Het liedje lijkt wat op de winterkoning (trouwens ook een directe naaste verwant). Bij de zang gaat de vogel vaak op een wat hogere plek in een struik zitten, duidelijk zichtbaar, want hij wil aan soortgenoten laten blijken dat dit territorium al bezet is en dat vrouwtjes welkom zijn. Zijn naam heeft hij te danken aan het feit dat zijn verenkleed erg lijkt op dat van het vrouwtje van de huismus. Daar zijn mannetjes en vrouwtjes duidelijk te onderscheiden, maar bij de heggenmus zien mannetje en vrouwtje er hetzelfde uit. Het is geen echte bosvogel, maar een vogel van half open terreinen met struikgewas. Dus tuinen en parken daar voelt deze vogel zich prima thuis.
Zijn voedsel vindt hij vooral op of nabij de bodem, vandaar dat je de heggenmus vaak scharrelend tussen de dorre bladeren aantreft. In de tuin vind je hem vaker onder, dan op de voederplank. Vanwege zijn opvallende zang werd de heggenmus vroeger bastaardnachtegaal genoemd. Dat opvallende zit hem dan niet in een bijzondere zang, maar in het feit dat hij al zo vroeg zingt. In de periode dat de echte trekvogels terugkeren, doet de heggenmus er veelal het zwijgen toe, want dan hebben de ouders het veel te druk met het aanslepen van voedsel voor de groeiende jongen die onverzadigbaar lijken. Veelal brengen heggenmussen twee broedsels per jaar groot.
In Nederland is de heggenmus geen trekvogel, maar soortgenoten uit noordelijker landen trekken vanwege de winteromstandigheden daar wel naar het zuiden, tot zuid Frankrijk aan toe. Heggenmussen zie je nooit in groepjes.
Teun van Dijk
oud brood in de broodkliko
Gooi oud brood a.u.b. niet in het water maar in de broodkliko
Ergert u zich ook aan de grote hoeveelheden brood die in het water worden gegooid?
Sinds november is er een pilot gestart door de gemeente, met zogenaamde broodkliko’s. Op een aantal plekken, o.a. bij moskeeën (zie lijst hieronder), kunt u uw oude brood kwijt. Het wordt dan vergist tot brandstof.
De pilot loopt nog tot 1 april. Dan wordt gekeken of het een succes is en of er mee wordt doorgegaan. Voorkom vervuiling en overlast door ratten, door ook mee te doen en meer bekendheid te geven aan deze pilot. Spreek mensen er vriendelijk op aan als u ze brood in het water ziet gooien en vertel ze dat de dichtstbijzijnde broodkliko staat voor de ingang van de El Ouma moskee, Postjesweg 179-A.
Graag horen wij wat uw ervaringen zijn met de broodkliko’s. Laat het ons weten, dan kunnen wij er weer mee naar het stadsdeel. Liefst voor 1 april!
Vriendelijk groeten, Eva / VVR
Alle locaties broodkliko’s in west:
Nieuw-West:
• Stadsboerderij Osdorp, Botteskerksingel 30b
• Verpleeghuis Leo Polak, Saaftingestraat/hoek Tolsendestraat
• Moskee El Hijra, Arthur van Schendelstraat 17
• Wijkkantoor De- Alliantie, Slotermeerlaan 150
• Moskee Al-Ihsane, Mendes da Costahof 32
• Moskee Al Ouma, Postjesweg 179
• Moskee AlMouahidine, Borrendammehof 32
West:
• Mevlana Moskee, Baas Gansendonckstraat 2
• Gibraltarbadje (aan de achterzijde), Overkant van de Kijkduinstraat 52/54
• Mansveltschool, Karel Doormanstraat 125
• Creatieve Broedplaatst: WOW, Wiltzanghlaan 60
• Schaapherderstraat/hoek Piet Paaltjenspad
• Moskee Badr, Willem Leevendstraat 7
Rembrandtpark Schoon
Hallo vrienden van het Rembrandtpark!
Tijdens de Landelijke Opschoondag, op zaterdag 23 maart, gaan we van 10 tot 12 uur zwerfafval opruimen.
Want er slingert veel vuilnis rond, en voordat het voorjaar echt inzet willen we zoveel mogelijk troep wegwerken. Doe je mee?
Om 10 uur verzamelen we bij de ingang van Kinderboerderij de Uylenburg. Daar word je hartelijk welkom geheten en daar is ook het materiaal waarmee het stadsdeel ons werk ondersteunt. We hopen op een grote opkomst, want ons mooie park verdient zorg en aandacht!
Meld je aan via rembrandtparkschoon@gmail.com
Tot ziens op 23 maart!
Jorien en Eva.

Vogel van de maand: Grote bonte specht

In deze lentemaand een vogel die nu nog goed zichtbaar is in het park. Op de foto kunnen we het achterhoofd van deze specht net niet zien, maar daaraan is wel het verschil te zien tussen het mannetje en het vrouwtje. Alleen het mannetje heeft een rood achterhoofd. Ze hebben beide wel rood bij het begin van de staart.
Deze specht is een echte boombewoner en zelfs voor zijn ‘zang’ gebruikt hij een boom(tak). Om een vrouwtje te lokken en zijn territorium af te bakenen, roffelt het mannetje vanaf begin februari op een dode tak of dode dunne boom, die een mooi resonerend geluid geeft. Nou zou u kunnen denken dat deze specht dan geen eigen geluid voortbrengt, maar dat is niet zo. Spechten zingen niet, maar ze maken wel geluiden, o.a. om soortgenoten te waarschuwen. Veelal doen ze dat als ze van de ene naar de andere boom vliegen. Het vliegen van deze specht gaat niet in een rechte lijn, maar doordat hij tijdens het vliegen telkens zijn vleugels even tegen zijn lijf drukt, krijgt zijn vlucht een golvende beweging.
Doordat spechten holenbroeders zijn, kunnen ze al vroeg beginnen met nestelen. Van slecht weer hebben ze in hun boomholte weinig last en de eieren blijven er warmer. Het nest hakken ze doorgaans in bomen/boomdelen uit, die in een slechte conditie verkeren. Vandaar dat de aanwezigheid ervan in het park van wezenlijk belang is. Doorgaans hakt het mannetje elk jaar een nieuw nest. De oude spechtennesten worden dankbaar gebruikt door halsbandparkieten en mezen.
Ik word wel eens bevraagd door mensen of die halsbandparkieten onze spechten niet verdringen, maar dat is in het park zeker niet het geval. Ondanks de toename van broedparen halsbandparkieten gaat de spechtenstand in het park niet achteruit. Grote bonte spechten zijn standvogels, dat wil zeggen dat ze niet wegtrekken in de herfst. Wel komen in de winterperiode soortgenoten uit noordelijker en noordoostelijker gebieden naar ons land.
Het hoofdvoedsel van de grote bonte specht bestaat uit insecten. Doordat rottend hout insecten aantrekt, zijn daar vaak spechten op te zien, op zoek naar voedsel. In de winterperiode zijn insecten schaars en in winterslaap, daar heeft deze specht iets op gevonden. Hij schakelt dan over op zaden. Om zaden zoals eikels in eetbare brokken te verdelen gebruikt hij een ‘smidse’ d.w.z. een takconstructie waar hij de eikel in klem kan zetten, om er vervolgens met zijn snavel op in te kunnen hakken. Zo’n plek is op de grond dan herkenbaar aan het aantal stukgehakte omhulsels van die eikels.
Vogel van de maand: de kuifeend

De kuifeend is een wintergast in het park. Dus vandaar dat hij tot vogel van de maand is uitgeroepen. Uit noordoostelijker oorden komt hij vanaf de herfst naar ons land.
Deze eend is kleiner dan de gewone wilde eend en hij dankt zijn naam aan het afhangende kuifje, dat zowel het mannetje als het vrouwtje bezitten en op bovenstaande foto ook goed uitkomt.
Opvallend zijn het gele oog (zelfs in het spiegelbeeld op bovenstaande foto) en de blauwachtige snavel. Kuifeenden zijn echte duikeenden, dit in tegenstelling tot de wilde eend, die hooguit op zijn kop gaat staan in het water om iets van onder het oppervlak te bemachtigen. Kuifeenden duiken vooral naar waterslakken en waterinsecten en ook driehoeksmosseltjes lusten ze graag. Die laatste vind je vooral in meren, waar ze zich vasthechten aan b.v. afgezonken boomtakken, gezonken bootjes, stenen e.d.
In de wintermaanden zijn honderden kuifeenden te zien op het Markermeer langs de Oostvaardersdijk. Het mannetje valt al meteen op door zijn opvallend witte flanken. Het vrouwtje is egaal bruin gekleurd; de bovendelen donkerbruin en de zij- en onderkant lichtbruin. De paarse gloed in de koptekening van het mannetje op de foto ontstaat doordat de kopveren een metalliek structuur hebben. Bij belichting onder een bepaalde hoek, lichten die kopveertjes dan paars op. Dat verschijnsel zie je ook bij spreeuwen, daar licht het verenkleed dan vooral groenig op.
De kuifeend is sinds 1950 in toenemende mate ook in ons land gaan broeden, (maar nog niet in het Rembrandtpark). Dus wat dat betreft is het een vogel waar het nu eens goed mee gaat.
De jongen zijn voornamelijk donkerbruin gekleurd en niet vlekkerig zoals andere eendenpullen.
Vogel van de maand: de fuut

In het Rembrandtpark komen tientallen vogelsoorten voor. De meeste Amsterdammers kennen maar twee vogelsoorten: de sijs en de drijfsijs. Wellicht een leuk idee om via deze rubriek wat meer kennis te verkrijgen over de vogels die in het Rembrandtpark regelmatig te zien zijn.
Dit is dan één van die drijfsijzen: de fuut. Als we goed naar zijn snavel kijken is meteen te zien dat het geen eend is, want eenden hebben brede platte snavels. De vogel op de foto verraadt ook meteen wat zijn favoriete voedsel is: kleine visjes.
De fuut broedt met een klein aantal paren in het park. Futen zijn helemaal gebouwd om te duiken, maar op het land zijn het hopeloze stumperds. Hun poten zitten helemaal achteraan hun lijf, zodat ze als ze uit het water komen ze voortdurend naar voren zouden duikelen. Zodoende bouwen ze ook geen nest op het land, maar broeden ze op een drijvend vlot van opgedoken plantenresten. Daar kunnen ze dan vanaf het water gemakkelijk op- en afschuiven. Futen hebben geen zwemvliezen, maar net als meerkoeten heel brede tenen, waarmee We willen het nieuwe jaar beginnen met een maandrubriek: vogel van de maand. ze zich in het water goed kunnen afzetten.
Pas kort na 1970 is de fuut als broedvogel langzaam de stad ingetrokken. Futen vonden voor die tijd mensen heel eng. Terecht, want tot 1923 werden futen bejaagd om hun buikveren. Futen hebben twee soorten verenkleed: een zomerkleed en een winterkleed. Op de foto staat de fuut in zomerkleed. Mooie warmbruine tinten en een rood aangezette kop met een kuif en een kraag. In het winterkleed ontbreken die kopversieringen en is de vogel grijs-wit van uiterlijk. Als er ijs gaat verschijnen, vluchten de futen meestal naar de kust. Bij de pieren van IJmuiden zijn dan groepen futen te zien.
Bij de eerste voorjaarsverschijnselen worden futen al actief om te nestelen. Eerst wordt er dan een paar gevormd. Dat doen futen op een heel bijzondere manier, d.m.v. een soort waterdans. De vogels gaan recht tegenover elkaar op het water liggen, beginnen geluiden te maken en hun kop heen en weer te bewegen, waarbij de ene vogel de andere als een spiegelbeeld navolgt. Tenslotte komen ze watertrappelend helemaal uit het water omhoog. Als slotstuk van deze dansvertoning duikt het mannetje onder om met wat plantenresten weer op te duiken en die aan het vrouwtje te presenteren. Is de klik geslaagd, dan gaan ze samen op zoek naar een plek om het nestvlot te bouwen en te verankeren. Na 25 tot 29 dagen broeden, komen de jongen tevoorschijn. Die doen ons denken aan de Daltons met hun gestreepte donsverenpakjes. Nadat ze zijn opgedroogd, kunnen ze meteen met de ouders gaan zwemmen. De ouders voeren de jongen, die als ze moe worden of te nat en moeten opdrogen, op de rug van de ouders klauteren.
Watervogels zijn altijd wat makkelijker te bekijken dan vogels die tussen de bomen leven, dus deze vogel die jaarrond in het park te zien valt, was een mooie kandidaat om deze serie mee te openen.
Teun van Dijk
Abonneer U!
Search
Categorieën
- Algemeen (210)
- Bomenkap (32)
- Herinrichting (15)
- Natuur in het park (71)
- Nieuwsbrief (11)
- Verkeersweg (31)
Kalender
M | T | W | T | F | S | S |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | ||||||
2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 |
9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 |
16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 |
23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 |
30 |