Archive for July, 2022
Vogel van de maand: de knobbelzwaan
Dit keer eigenlijk geen vogel van de maand, maar een vogel van de maanden juli/augustus.
De knobbelzwaan is een grote witte vogel met een oranje snavel en daarboven een zwarte knobbel. Die knobbel heeft de vogel zijn naam bezorgd. Bij het mannetje is die knobbel wat groter dan bij het vrouwtje. Knobbelzwanen leven in paren. De jongen blijven tot einde van de winter bij hun ouders. Je kunt dan dus van een familieverband spreken.
In de winter kun je in ons land ook nog twee andere zwanensoorten; de wilde zwaan en de kleine zwaan zien. Die hebben gele snavels, dus het oranje is een duidelijk onderscheid.
De knobbelzwaan is (nog) geen broedvogel in het Rembrandtpark, maar er wel regelmatig te zien. In de wintermaanden wordt de Nederlandse populatie aangevuld met vogels uit het Oostzeegebied.
Onze broedvogels zijn afstammelingen van siervogels, die werden gehouden bij grote landhuizen en op boerenbedrijven. Daar werden ze gehouden voor de veren en de verkoop aan watervogel-liefhebbers. Toen na W.O. II het tekort aan donsveren was verholpen, werden veel knobbelzwanen losgelaten. Zo ontstond vanaf 1948 een in het wild levende en broedende populatie knobbelzwanen in ons land.
Knobbelzwanen krijgen doorgaans vier jongen, maar 6 of 8 komt ook geregeld voor. Aan die jongen is nog iets te zien; er zijn geheel witte jongen en er zijn grijze jongen. De witte jongen zijn afstammelingen van Poolse zwanen, die vanwege hun witte dons erg in trek waren. Sommige zwanenparen zijn van gemengde afkomst, dan zie je voor een deel (West-Europese) grijze jongen en voor een deel witte jongen.
Knobbelzwanen eten vooral gras, daarnaast ook waterplanten.
Van juli tot en met september verzamelen de knobbelzwanen zich op ruilocaties met groot water, zoals het Noordzeekanaal en de zijhavens, de randmeren van het IJsselmeer en de Zeeuwse meren.
Zwanen verliezen in de ruiperiode binnen enkele dagen al hun slagpennen, waardoor ze dan dus niet kunnen vliegen. Voordat de nieuwe veren voldoende zijn uitgegroeid, zijn er dan al weer zes weken verstreken. Dat is dus voor die zwanen een gevaarlijke periode, want ze kunnen alleen door zwemmen aan gevaar proberen te ontkomen. Ook ganzen en eenden kennen zo’n ruiproces met het verlies van alle vliegveren.
Momenteel is in het park te zien dat wilde eenden daar een andere oplossing voor hebben gevonden. De felgekleurde mannetjes eenden ruien eerst al die mooi gekleurde veren voor bruine veren, zoals de vrouwtjes die hebben. Zo lijkt het nu of er in het park alleen maar vrouwtjes eenden rondzwemmen, maar het zijn vaak verkleurde mannetjes eenden. Dat kun je alleen nog aan hun snavelkleur zien. Mannetjes hebben een geel/groene snavel en vrouwtjes eenden een oranje/bruine snavel. In dat bruine verenpak kunnen ze zich dan in de oevervegetatie goed onzichtbaar maken als er gevaar dreigt.
Teun van Dijk
Abonneer U!
Search
Categorieën
- Algemeen (205)
- Bomenkap (32)
- Herinrichting (15)
- Natuur in het park (71)
- Nieuwsbrief (8)
- Verkeersweg (31)
Kalender
M | T | W | T | F | S | S |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | 2 | 3 | ||||
4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 |
11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 |
18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 |
25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 | 31 |